Het voorkomen van ziektes.

Als je de pup ophaalt, krijg je van de fokker een inentingsboekje mee. Daarin staat welke inenting(en) de pup gehad heeft. Met circa negen weken en twaalf tot veertien weken krijgt de pup herhalingsentingen. Daarna is een jaarlijkse inenting in principe voldoende.  De fokker heeft de pup ook ontwormd. Herhaal dit regelmatig. Een richtlijn is met twee, vier en zes weken. Ontworm de hond ook regelmatig als hij volwassen is. Er is veel discussie over de tijdstippen van entingen en ontwormen en de werking van entingen, vraag aan je dierenarts wat voor jouw hond nodig is. Controleer zelf regelmatig het gebit, de ogen en de oren van je hond. Laat bij twijfel je dierenarts er naar kijken. Let bij het knippen van de nagels vooral op de nagel aan de binnenzijde van de voorvoet en eventueel van de achtervoet (Hubertusklauw). Deze raken de grond niet en slijten dus niet af. Kam en borstel je hond regelmatig. Bij een langharige hond ben je hier al snel één tot meer uren per week mee bezig. Bij kortharige honden die verharen helpen grondige borstelbeurten om hen sneller door de rui te krijgen. Veel niet-gladharige honden hebben een vacht die een paar keer per jaar getrimd moet worden. Je kunt hiervoor terecht bij een trimsalon. Laat je je hond niet op tijd trimmen, dan kunnen er (ernstige) huidproblemen ontstaan.